Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [11]Ik zeide: [12]Vanwege de afsnijding mijner dagen, [13]zal ik tot de poorten des grafs heengaan, [14]ik word beroofd van het overige mijner jaren. 11. Dat is, ik dacht en overlegde bij mijzelven aldus. 12. Of, in de afsnijding mijner dagen; dat is, toen mijne dagen afgesneden of verkort werden; of toen mij verkondigd werd, dat mijne dagen haast zouden afgesneden worden; dat is, dat ik haast sterven zou. Het is ene gelijkenis, genomen van de wevers, die hun web afgeweven hebbende, zo snijden zij hetzelve af. 13. Dat is, ik moest haast sterven. 14. Dat is, het overschot mijner jaren wordt mij ontnomen, of men doet mij ontberen het overschot, of het resteren mijner dagen; dat is, wat er tekortkomt aan mijne jaren, te weten dier jaren, die ik, naar den loop der natuur, nog kon leven, of nog behoorde te leven, gelijk ik mijzelven had ingebeeld.